De leerkracht als onderhandelaar

Standaard
Image credit: Aidan Jones

“Montessori onderwijs is onderhandelen, we onderhandelen de hele dag door.”

aldus een leerkracht die geciteerd wordt in het boek En nú: Montessori! van Hendriksen en Pelgrom (2013). En zo is het maar net.

Of misschien toch niet? Menig docent zal het in twijfel trekken. Hoezo, onderhandelen? Ik ben toch zeker zélf de baas in mijn klas? Ik bepaal toch zeker zélf wat er gebeurt, wat er hier geleerd wordt en hoe mijn leerlingen dat moeten doen? Begrijpelijke gedachten, met een kern van waarheid. Want ja, we zijn tenslotte officieel eindverantwoordelijk, we zullen de regie in handen moeten houden en toch moeten voorkomen dat leerlingen een loopje met ons nemen…

Maar leerlingen nemen niet zomaar een loopje met je. Misschien doen ze dat juist wel éérder als je een autoritaire en allesbepalende aanpak hebt. Waarschijnlijk doen ze het óók als je de andere kant uit slaat en een laissez-faire benadering hebt. De sleutel van goed onderwijs ligt natuurlijk in het midden: democratisch onderwijzen, in vrijheid in gebondenheid. Neem de onderwijsbehoeften en feedback van je leerlingen serieus en geef ze een stem. Neem jezelf en jouw onderwijsdoelen en – behoeften serieus en deel ze met je leerlingen. Creëer een open en eerlijke sfeer, waarin het aangeven van behoeften en grenzen normaal is. Bepaal samen wat er nodig is in de klas om tot zinvol leren te komen en laat ook kinderen elkaar aanspreken wanneer het leerproces verstoord wordt.

Hendriksen en Pelgrom spreken over het belang van gehoorzaamheid:

“In de montessoristijl is gehoorzamen in de eerste betekenis erg belangrijk, luisteren naar jezelf, luisteren naar je eigen ontwikkelingskracht.”

Dat geldt voor zowel de leerkracht als het kind. Alleen, voordat je kunt luisteren naar je eigen ontwikkelingskracht, moet je die kracht wél vinden, zien, kunnen en durven inzetten. En dat vinden kinderen – en ook volwassenen – niet altijd eenvoudig. Ze kunnen vaak direct en feilloos aangeven waar ze niet goed in zijn, maar moeten veel langer nadenken over waar ze dan wél goed in zijn. En dat dan ook nog eens hardop benoemen, is nog een volgende stap. Terwijl het zo belangrijk is. Want je talenten kennen en deze durven benoemen, is een voorwaarde voor persoonlijke groei. Het stimuleert je zelfvertrouwen en je durf om nieuwe uitdagingen aan te gaan en vormt jouw stevige basis waarop je terug kunt vallen als het even niet zo meezit.

En wat is hier onze taak als leerkracht dan? Een lichtstraal geven, zou Maria Montessori zeggen. En in dit geval zou ik zeggen: jouw licht laten schijnen op de talenten van de kinderen. Zodat ze zichzelf goed zien, in volledigheid zien en trots kunnen zijn. Dan komt dat zelfvertrouwen vanzelf. Dan komt de ontwikkelingskracht boven drijven. Dan worden ook onderwijsbehoeften helder en eigen en kunnen kinderen eigenaar worden van hun eigen leerproces.

En dat onderhandelen dan? Dat is de vrijheid in gebondenheid. Want zelfs al leren kinderen goed hun ontwikkelingskracht (her)kennen en hun ontwikkelingsbehoeften benoemen, ze zullen altijd een duidelijk onderwijskader nodig hebben dat verduidelijkt waarom leerstof in een bepaalde periode toch doorlopen moet worden (het geheel). Je zult dagelijks onderwijsdoelen moeten benoemen, waardoor benodigde kennis voor leerlingen een logische plek krijgt (de delen). En dus onderhandel je. Je gaat in gesprek. Je luistert naar het kind. En je zult zien: dan luistert het kind ook écht naar jou.

Lezen is beleven

Standaard
Image credit: Abhi Sharma

Ik las al toen ik baby was. Nou ja…ik liet me al vóórlezen toen ik baby was. En dat heb ik lang volgehouden. Mij laten voorlezen. Door mijn vader, mijn voorleesheld. Mijn vader is niet alleen een voorleesheld, hij is ook een leesheld. Net als mijn moeder trouwens. Het zijn sowieso mijn helden, maar dat terzijde. Ik ben sinds mijn geboorte omringd geweest door honderden boeken. Dus het is niet gek dat mijn grootste passie lezen is…

Wat eigenlijk wél gek is, is dat ik op de basisschool maar niet zélf aan het lezen ging. Technisch lezen geen probleem, maar zelf eens lekker een boek pakken? Nee. Ik liet me liever voorlezen. Dus misschien is het toch gewoon stiekem de schuld van mijn belezen vader dat ik niet eerder zelfstandig een boek oppakte. Maar in groep 7 was het dan zover. Ik dacht mijn vader maar eens een plezier te doen. En ik begreep natuurlijk ook wel dat ik op de middelbare school niet meer kon aankomen met alleen maar voorgelezen willen worden. Mijn eerste echte zelfstandig gelezen boek werd Het onzichtbare licht van Evert Hartman. En toen was ik leesverslaafd.

Leesbevordering

Op de Pabo wilde ik iets doen met mijn passie voor lezen. Ik wilde ook eens kijken wat ik kon doen met leesbevordering, aangezien ik zelf niet aan het lezen te krijgen was op de basisschool. Dus ontwikkelde ik Het Leesdossier. Doel was om de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid voor de persoonlijke leesontwikkeling te bevorderen en om eventuele vooroordelen bij kinderen weg te halen (‘Lezen is saai’, ‘Lezen duurt lang’, ‘Lezen is moeilijk’). Daarbij niet het technisch leesaspect vooropstellen (AVI is ook niet leidend in boekkeuze), maar de leeservaring. Begrip krijgen door samenvatten, mening vormen door recenseren en stilstaan bij de persoonlijke leesbeleving en gevoelens door het schrijven van gedichten en het maken van kunstwerken. Want lezen is beleven.

Lezen is opgaan in een andere wereld, het overstijgen van het hier en nu. Lezen is ook: je terugtrekken, afstand nemen en even de rust opzoeken die wij allemaal en misschien juist kinderen zo hard nodig hebben in onze snelle, luide en veeleisende wereld. Een wereld waarin het sociale alleen maar belangrijker lijkt te worden, terwijl we juist ook moeten werken aan onze intrapersoonlijke intelligentie. Aan onszelf. Aan onze innerlijke rust. En boeken helpen daarbij.

In de klas

Nog even terug naar leesbevordering. In mijn klas lezen we elke dag. We hebben een verplicht moment, met vrije boekkeuze (vrijheid in gebondenheid) en verder mogen de kinderen gedurende de dag eigen leesmomenten bepalen. Om de leeservaring meer diepgang te geven en om van elkaar te leren, houden we boekpromoties. We vertellen over de inhoud van het boek – natuurlijk zonder het einde te verklappen – , we vertellen wat we vinden van het boek – natuurlijk goed beargumenteerd – en we maken een kunstwerk over het boek. En precies dat laatste, zorgt voor de echte leesbeleving. Want je zult je ervaring om moeten zetten naar iets persoonlijks, iets dat jijzelf creëert op basis van je boek: het thema, een personage, een plaats, een object. Tweedimensionaal, driedimensionaal, digitaal, alles kan, als het maar bij jouw leeservaring past. En dan ontstaan er prachtige dingen. Naast het boek, wordt ook het kunstwerk gepresenteerd. Andere kinderen raken nieuwsgierig en geïnspireerd, door zowel verhaal als beeld, en worden zo gestimuleerd dat boek ook eens in te duiken.

Voorbeeldgedrag

Tot slot. Praat als leerkracht en als ouder over je eigen leeservaringen. Vertel over boeken die wat met je doen en deden: wat dan, waarom en wanneer. Blijf op de hoogte van kinderliteratuur, ken de leesvoorkeuren van je kinderen en adviseer ze. En blijf vooral voorlezen. Zo lang mogelijk. Stiekem zat ik zelfs op mijn 15e nog af en toe op de schoot van mijn voorleesheld. Want (voor)lezen is gewoon heerlijk!

Moeilijk om kinderen te adviseren? Stuur ze naar Boekenzoeker (leestips op maat).
Nuttige leeslinks nodig? Neem eens een kijkje op mijn andere site.

Digiknappe digimaatjes

Standaard
image credit: Elizabeth Ann Colette

Al even vraag ik me af: wordt het niet eens tijd voor een tiende intelligentie? Naast de bekende acht en de nieuwste negende – filosofeerknap – denk ik dat het de hoogste tijd is voor digiknap.

Leerkrachten hebben vaak het gevoel dat ze door de mediawijze leerlingen ingehaald worden. En dat gevoel is terecht, want vaak is dit een feit. De mediavlugge jeugd passeert ons en het is knap. Digiknap.

Sinds ik experimenteer met sociale media in de klas, heb ik alleen maar meer bewondering gekregen voor onze digiknappe leerlingen. Het zijn de leerlingen die nieuwe ICT-mogelijkheden omarmen en er direct mee aan de slag gaan. Zonder angst, met open, enthousiaste, nieuwsgierige en onderzoekende blik. Ze pikken een tool snel op en leren door doen en durven, door experimenteren en overleggen en halen jou als leerkracht in. Bij mij in de klas is dat nu ook precies de bedoeling. Mijn leerlingen zijn elkaars en mijn digimaatjes. Ze helpen mij het zelf te doen in de digitale wereld.

Door te experimenteren samen met de leerlingen, voelen ze zich uitgedaagd (competentie). Door ze de mogelijkheid te geven dingen zelf te mogen ontdekken en uitproberen, groeit hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid (autonomie). En door ze hierin te vertrouwen en te benoemen dat je hun hulp en feedback nodig hebt, verstevigt de band tussen leerkracht en leerling (relatie).

Ik laat leerlingen  zien wat de basismogelijkheden zijn van een bepaalde tool. Vervolgens ontdekken ze zelf wat er nog meer kan en breidt het geleerde zich als een olievlek uit: ze leren met elkaar achter de computer/tablet/smartphone of presenteren op het digibord een nieuwe ontdekking aan de klas. Zo leer ik óók van ze en dat maakt ons samen trots! Voorbeelden:

  1. Een jongen biedt aan de privacy-instellingen van Padlet te onderzoeken, want ik heb de kennis niet snel paraat. Hij legt het klassikaal uit, zodat we veilig gebruik kunnen gaan maken van deze mooie tool.
  2. Drie meiden pakken mijn tip op dat je via Google Drive online kunt samenwerken en geven na enkele weken een ‘how-to’-presentatie aan de klas.
  3. Een meisje heeft het doel van sociale media echt begrepen en plaatst positieve tweets en complimenten aan anderen, inclusief de juf. Meerdere kinderen volgen.
  4. Nadat ik ben gaan bloggen op mijn nieuwe site breng ik Weebly onder de aandacht, waarvan ik vermoed dat dit goed bruikbaar is voor leerlingen die ook een site willen maken en/of willen bloggen. Tijd om de werking ervan geheel te onderzoeken heb ik zelf niet, maar er zijn meteen enkele jongens die enthousiast aan de slag gaan en het mij en de klas een week later kunnen vertellen.
  5. Nadat een ouder met een groepje leerlingen Scratch enkele weken heeft uitgeprobeerd, bombardeer ik ze tot Scratch-ambassadeurs: binnen no-time hebben ze de halve klas enthousiast aan de speelse basisbeginselen van programmeren.

Kinderen weten en kunnen zo ontzettend veel. Ik leer van ze, elke dag. Door ze te observeren, door in gesprek te gaan met ze, door feedback te vragen. En dus ook door middel van de inzet van sociale media. Ik zie verborgen digitalentjes: ‘tragere’ kinderen die digivlug blijken te zijn. ‘Stillere’ kinderen die zich laten zien en horen via Twitter, Padlet of met een blog. Een groepje muzikale kinderen dat zich nu als band profileert en zichtbaar wordt door inzet van sociale media. School raakt verweven met thuis. Leren gaat door. Met elkaar, met mij: samen.

Dit alles vindt wel plaats in een veilige omgeving. Voordat ik aan mijn sociale media-avontuur begon, heb ik meerdere keren uitgebreid aandacht besteed aan mediawijsheid. Want de mediavlugge jeugd is niet per definitie een mediawijze jeugd. Integendeel. Dus ruim aandacht voor positief gedrag online (THINK before you post), privacy op internet en bronvermelding. En nog steeds: aandacht voor mediawijsheid hebben we dagelijks.

Het gebruik van sociale media is niet meer weg te denken uit mijn groep. Met behulp van diverse tools leren we samen, werken we samen, delen we samen en communiceren we samen. We zijn met eenvoudige tools begonnen en zo zijn Padlet, Popplet en Twitter al volledig ingeburgerd. Maar ik wil meer proberen en er is keuze genoeg. De kunst is echter je een weg te banen door dit media-oerwoud, tools te kiezen waarvan je denkt dat ze een goed middel kunnen zijn om je onderwijsdoel te bereiken en het uit te proberen. Samen met de leerlingen. Maak ze deelgenoot van je experimenten. Verhoog de betrokkenheid. Geef ze verantwoordelijkheid. Doe dat en zie hoe je klassenklimaat vanzelf opwarmt!

Mijn blog is ook verschenen in het boek Onderwijshelden: 60 x het bewijs dat het kan.

Mijn ‘eindproduct’, gemaakt voor de aan te raden Training Excellente Leerkracht Sociale media (TELS) van Innofun, laat zien hoe je je leerlingen kunt inzetten. Een film gemaakt door mijn groep (@Groep67MN): Sociale media in de klas.

Montessori conferentie 2014: Ben jij klaar voor het onderwijs van de toekomst?

Standaard
image credit: opensourceway

Je moet er wat voor over hebben, Montessori in de 21e eeuw. Om half zeven ’s ochtends de trein vanuit Nijmegen nemen bijvoorbeeld. Om maar bij die mooie conferentie van vandaag, 5 februari 2014, te kunnen zijn. Maar goed. Annet van Summeren en ik hadden er zin in. We begonnen direct met ons onderwijsgeklets zodra we de jas uit hadden en hebben wellicht hiermee de nog half slapende trein hun ochtendrust ontnomen. Tja. Je hebt onderwijspassie of niet…

We kwamen mooi op tijd aan op het Montessori College Oost in Amsterdam. Toch durfden we niet eerst onze jas op te hangen, want we wilden het kaartje van onze lezingvoorkeur graag bemachtigen. En wat jammer dat we er maar één mochten kiezen. De organisatie had voor een rijk aanbod gezorgd. Hier dan mijn afwegingen: Ga ik voor Scratch? Want dat wil ik graag gaan toepassen. Of Montessori voor de nieuwe tijd? Want dat houdt het lekker breed. Klassenmanagement en passend onderwijs misschien? Want actueler kan het niet. En dan nog Leidinggeven in de 21e eeuw, Didactisch coachen, Werken met digiborden, ICT in de wolken, Samenwerken in the cloud, Gamification en de Virtuele leeromgeving in de montessorischool. Uiteindelijk ben ik toch gegaan voor Flipping-the-classroom door Jelmer Evers en Annet voor Goed onderwijs en de cultuur van het meten door Gert Biesta.

Een moderne aftrap

Op het rode plein konden we plaatsnemen met de beschikbare stemkastjes paraat, want zo’n 21e eeuwse interactieve binnenkomer is wel zo gepast. De kastjes werden ingezet om het publiek te leren kennen en om te kijken hoe de vlag erbij hing als het ging om onze mening over de inzet en het belang van ICT in het onderwijs.

Nadat Theo Jaspers, directeur van de gastlocatie, ons welkom had geheten, werd de opening verzorgd door Bas Moll, directeur van de 6e Montessorischool Anne Frank. Hij loodste ons door diverse stellingen heen en bekeek met ons de verschillen in meningen door uitkomsten te selecteren op doelgroep: leerkracht of leidinggevende, jong of oud.

Sommige stellingen leken open deuren: “Goede scholen zijn scholen die werken aan persoonlijkheidsvorming” of “ICT kan leren leuker maken.” Andere stellingen deden meer stof opwaaien: “Zelfstandig leren moet worden bevorderd door middel van het zwaar inzetten van ICT” of “De helft van het schoolbudget moet worden ingezet voor bijscholing van docenten.”

iPads en meer

Vervolgens was het spreektijd voor Maurice de Hond (VNT scholen, of Steve Jobs scholen.) De Hond zet inderdaad een groot deel van het budget in om in elk geval iPads een prominente plek te geven binnen zijn scholen. Maar voordat het iPadbetoog van start ging, haalde De Hond netjes de Montessorigeschiedenis en Maria Montessori aan, waarbij hij wees op de onderwijsvernieuwer en pionier die ze was. Ook Maria stuitte op weerstand van de gevestigde orde, zoals dat nu gebeurt met de nieuwste experimenten op de iPadscholen en andere onderwijsvernieuwingen en -ideeën. Bij elke vernieuwing is er tegengas. Het verleden wordt geïdealiseerd en er worden karikaturen geschetst, aldus De Hond. Hij benadrukt: wees zonder oordeel over dat wat je niet kent.

Het gebruik van de iPad, zo zegt De Hond, biedt mogelijkheden. Juist ook voor het driejarige kind met de enorm creatieve geest, maar dat nog opgesloten zit in het lichaam met de bijbehorende fysieke, motorische en talige beperkingen. Apps bieden mogelijkheden om die beperkingen deels te omzeilen. De iPad biedt kinderen de mogelijkheid te leren, ook zonder hulp of controle van de volwassene.

Hier plaats ik even een kritische noot. Want ja, goede apps hebben de controle van de fout. Goede apps helpen het kind het zelf te doen. Maar de volwassene coacht, stimuleert, kan bekijken of het niveau wel geschikt is, of de benodigde basiskennis wel aanwezig is en kan gewoon eens meekijken en het kind bevragen, want deze persoonlijke aandacht blijft onmisbaar. Deze kritische noot sluit aan bij wat De Hond later zegt: “Mijn leraar weet wel wat ik niet weet, maar niet wat ik wel weet.” De relatie met het kind en het blijven aangaan van het gesprek blijft daarom voorop staan, hoe je het leren verder ook inricht.

Nieuwe vaardigheden

Maar goed, dat het leren in de 21e eeuw anders gaat, staat buiten kijf. Verschillende leerstijlen zijn er altijd geweest, maar door de digitale wereld worden de mogelijkheden uitgebreid. En de digitale leermogelijkheden spreken het kind van de 21e eeuw aan. Sterker nog, kinderen beheersen en weten meer dan de gemiddelde volwassene. De Hond zegt dan ook terecht: “Digitale talenten mogen niet worden genegeerd.” Dan gaat het verder over benodigde vaardigheden: “Wij waren kennisverzamelaars, maar wij worden steeds meer kennisverwerkers. We moeten informatie kunnen zoeken, filteren en toepassen. Sommige vaardigheden zijn in deze tijd niet meer nodig, zoals kaartlezen om de weg te vinden. Maar je moet dan wel met GPS kunnen omgaan.”

We hebben het dus over andere vaardigheden, maar met hetzelfde doel. En die doelen, onze onderwijsinhoud, moet centraal staan. Dat de digitale wereld onlosmakelijk verbonden is met deze inhoud, mag inmiddels, alweer 14 jaar verder in deze 21ste eeuw, toch wel duidelijk zijn.

Denkend aan onze Montessoriaanse voorbereide omgeving, zullen wij op onze scholen de leerlingen ook echt de beschikking moeten laten hebben over de inzet van computers, laptops, tablets en smartphones. Het zijn middelen om te leren, net als onze Montessorimaterialen en boeken. Het zijn ook middelen waar kinderen graag mee werken en die ze goed kennen, dus we kunnen die kansen niet laten liggen. De goed ingerichte voorbereide omgeving betekent ook een bekwame, coachende leerkracht en natuurlijk de heterogene groepen leerlingen. Want zoals De Hond terecht aangeeft:

“Leren wordt steeds meer van de leerlingen zelf en met elkaar. De een kent Prezi en legt het uit aan de ander. Laat ze maar workshops geven. En zet ook de talenten van ouders in.”

Tegengas

Spreker Joke Hermsen moest na De Hond zorgen voor wat tegengeluid op deze dag vol digitale lofuitingen. Hart voor onderwijs heeft ze zeker, want ze was ziek en is toch haar bed uitgekomen om deze lezing te houden. Misschien lag het aan de koorts, maar haar verhaal was wat onsamenhangend en leek de plank mis te slaan wat betreft het thema van deze dag. Het enige dat ze benoemde was haar zorg om de effecten van de digitalisering op het kinderbrein en het risico van oppervlakkigheid die de digitalisering met zich mee zou brengen. Ik raakte afgeleid en gebruikte mijn smartphone om haar site nog eens te bezoeken. Daar beschrijft ze haar boek Kairos – Een nieuwe bevlogenheid. Over de opkomst van de homo digitalis, de verregaande technologisering van de mens als onomkeerbaar feit en noodzaak om onze aandacht op het menselijke van de mens te blijven richten. Ik merkte dat de aandacht van het publiek verslapte en stak mijn hand op om haar uit te nodigen wat meer te vertellen over deze sociale, menselijke kant die zo belangrijk is. Her en der werd er instemmend geknikt op mijn voorstel, maar Hermsen haakte er niet echt op in. De lezing was kort daarna afgelopen met gelukkig een positieve afloop dat toch nog een applaus waard was: “Geef de leraar zijn klas terug.”

Flipping-the-classroom

Na een welverdiende kop koffie en het strekken van de houten benen, kon men aansluiten bij de lezing naar keuze. Ik verheugde op wat praktijkverhalen en begaf mij naar de gymzaal waar Jelmer Evers de apparatuur aan de praat probeerde te krijgen. We blijven toch afhankelijk…

Jelmer Evers, ‘flippende’ geschiedenisdocent op het innovatieve Unic in Utrecht, onderwijsvernieuwer, edublogger en co-auteur van het boek Het Alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs. We konden meteen aan de slag met posten op een interactieve muur van Padlet. Een makkelijk, laagdrempelig, mooi sociaal medium dat je werkelijk al in de kleuterklas kunt inzetten. Verdere praktische toepassingen, waar een deel van het publiek zeker op hoopte, bleven uit. Op Mentimeter na: een interactieve tool om de mening van het publiek direct te kunnen peilen. En geen eens of oneens dit keer, maar de beschikking over 100 punten die je naar gelang het belang dat je hecht aan een bepaalde factor zelf toekent. Dat levert op het scherm live bewegende staafdiagrammen op die de stemmers in kaart brengt en waar je als spreker dus direct op kunt inhaken.

Als je zelf een start wil maken met flipping-the-classroom, begin dan eenvoudig. Maak video’s van je lessen. Zet deze dan in als huiswerk. Zo krijgen de leerlingen de uitleg thuis. Zet er een quiz bij en je weet meteen of de stof is opgepikt. In de les is nu meer tijd om herhalings- en verdiepingsopdrachten uit te voeren. Houd een model aan met bijvoorbeeld de volgende cyclus:

  1. Experimenteren (quiz, debat, mapping)
  2. Exploreren (video, websites, Twitter, BuddyPress)
  3. Betekenis verlenen (verwerken, video, blog, BuddyPress)
  4. Demonstreren en Toepassen (website, toespraak, vergadering)

Voor meer theorie en modellen voor flipping-the-classroom, zie dit filmpje van Kennisnet.

De noodzaak van de 21st Century Skills

Ook al ging Evers de rest van zijn lezing niet echt in op inhoudelijke voorbeelden, zijn verhaal was persoonlijk, goed en belangrijk. Een filmpje uit 1999 dat laat zien dat bijna niemand de noodzaak zag van een mobiele telefoon, vertelt ons dat veranderingen snel gaan. De mobiele telefoon is nu onmisbaar. En de technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller. Over 10 jaar kunnen we waarschijnlijk Google Glass niet meer wegdenken. Google Car maakt chauffeurs overbodig. Het eerste huis gaat binnenkort geprint worden, drones bezorgen de post. Onze verre toekomstbeelden komen steeds sneller dichterbij. Wij moeten onze kinderen deze nieuwe wereld laten zien, want het is hun toekomst. We zijn het hun verplicht ze goed voor te bereiden, zodat ze de juiste beargumenteerde keuzes kunnen maken voor hun toekomst. Want welke banen zijn er dan nog? Er gaan er zoveel verdwijnen door de technologisering en automatisering. Vandaar dat er nu zo hard geroepen wordt om de 21st Century Skills centraal te stellen in ons onderwijs.

Juist de onbekende arbeidsmarkt van de toekomst, maakt dat wij onze leerlingen meer vrijheid moeten geven. Het is nodig om leerlingen meer vrijheid te geven voor eigen, sterke ideeën. Het is aan de scholen om ze aan te moedigen, te ondersteunen en te faciliteren. Maar ook om ze goed te blijven begeleiden en met ze in gesprek te blijven zodat ook hun schoolprestaties op peil blijven.

Op de vraag hoe een school deze omslag moet gaan maken, heeft Evers geen kant-en-klaar antwoord. Maar centraal staat dat het samen moet, er draagvlak moet zijn, docenten pedagogisch sterk moeten zijn en over veel verschillende vaardigheden moeten beschikken. Daarnaast is creatief denken in oplossingen noodzakelijk. En Evers benadrukt meerdere malen dat hij het projectmatig werken door middel van flipping-the-classroom afwisselt met klassikaal werken en vaak overlegt met zijn leerlingen waar hun behoefte ligt. En daar gaat het tenslotte om, die onderwijsbehoefte. Volg het kind!

Tot slot

Annet sloot aan bij de lezing van hoogleraar pedagogiek en onderwijskunde Gert Biesta. Over Goed onderwijs en de cultuur van het meten. Alle conferentiedeelnemers kregen aan het begin van de dag het gelijknamige boek cadeau. Tot besluit een mooie denkvraag van Biesta:

“Meten we wat we waardevol vinden of maken we waardevol wat we meten?”

Meer weten over Montessori en social media? Lees verder op www.juffemke.nl. Tips voor social media tools nodig? Kijk op www.netvibes.com/femkecools onder tabbladen Padlet, Leerkracht en Social media.

Montessori and social media
: Challenges and treasures for a new age of learning


Standaard
Image by mkhmarketing

How quiet it was, not using the internet, not having e-mail, not hearing my smartphone alerts when messages arrive. I am 34 years old and I am part of the pre-internet past. The first text on a computer written at the end of secondary school, my first e-mail sent when I was a student at the university of Nijmegen. And although I do sometimes miss that ‘quiet’ life, I remember my excitement about having e-mail: this will bring me closer to my foreign friends, closer to the world. The internet will enrich my life!

Learn and teach using social media

The internet has enriched my life and still does. Social media have enriched my life and I have just begun experimenting embedding them in teaching. This I know: personally I can easily reach out to my foreign friends and make it easier for me to be a global citizen.

Professionally it enriches my learning and teaching. For example, I continuously learn by using Twitter and MontessoriNet, following edubloggers and teachers, reading blogs and articles, participate in online discussions and sharing my ideas and using others’ to develop lessons. I am currently exploring the use of social media in class and I learn through experimenting and consulting the children, asking them feedback. My motto is: a good teacher is critical, reflects, learns every day and always tries to take childrens’ opinions into account. I am proud to be a Montessori teacher. A Montessori teacher should never stop learning, since we have to follow the child. That unique child, that tells us what it needs to develop and grow.

The role of a Montessori teacher is that of an observer whose ultimate goal is to intervene less and less as the child develops. Lynn Lawrence, executive director of the Association Montessori Internationale, emphasizes the child as an active learner, exploring until understanding:

“I am able, I am the actor, not the object. Children rely on us to take obstacles away and not be obstacles. The child is a builder of himself and a builder of its better and brighter future. The child is a teacher, the adult is the supporter, the guide. We have to unlock the thirst for learning, to give them the tools. The child earns freedom by showing ability to be in control. Both children and adults need to learn the art of the possible.”

Social media are amongst the tools that can be used both by the child for co-operative and individual learning and by the teacher to learn, share, teach and engage.

Montessori education, global citizenship and 21st Century Skills

Maria Montessori

Maria Montessori

Maria Montessori was a pioneer 100 years ago and she would have fitted well in our 21st modern society. Maria Montessori was globally active. She travelled the world to train Montessori trainers, to give lectures, to observe children, to help people (help themselves). Global citizenship is important in Montessori education. Oxfam explains global citizenship:

“It aims to empower pupils to lead their own action. Along with the knowledge and values that they have gained from learning about global issues, pupils need to be equipped with the necessary skills to give them the ability and confidence to be pro-active in making a positive difference in the world.”

Global citizens need 21st Century Skills

The world has changed so fast the last few decades and we do not know what our future will look like, what jobs we’ll have, if our environment can handle the changes. Now, more than ever, we have to take more care of our world and each other by collaborating: with family and friends, at school, at work, local, national and global. This means being able to communicate well, being respectful, feeling responsible, being open to learn from others and being a critical learner.

Social media makes it easier for people to become and be a global citizen. The internet helps us understand the workings of the world. It helps us learning about other countries, other cultures, other beliefs. It helps us understanding other people, which leads to respect and value this diversity. The internet also helps us communicating with people all over the world, without travelling. We can help others, without actually being physically present. Help others help themselves, one of the main Montessori motto’s, has become easier through internet. Together with e-mail, social media such as Skype, Facebook and Whatsapp make communicating at a distance perfectly possible. Maria Montessori would have loved social media and she would have made use of them, to help even more people and learn about the world. But she would have still travelled lots. Because communicating face-to-face would still be her favourite way of getting in touch with other people.

When one looks at the 21st Century Skills one can conclude that Maria Montessori was aware of most of them already 100 years ago. She was a pioneer and her pedagogy and materials fit the skills children need today. Communication, collaboration, critical thinking and problem solving, creativity and information literacy, flexibility and adaptability, initiative and self-direction, social and cross-cultural skills, productivity and accountability, leadership and responsibility: it’s all present in Montessori education. Montessori ‘Madman’ Trevor Eissler made the needs of the 21st century child clear in his video Montessori Madness (2011). In this fast-drawn video he rightfully criticizes school systems that treat children not as individuals, but as one group. He criticizes learning when it’s all about preparing for tests instead of developing as a human being.

The one area that Maria could not have imagined 100 years ago are the skills needed for media literacy and technology literacy. No one could have predicted the immense changes in life and the riches that the internet and all new information technology has brought us. 
Barbara Nesbitt made a video about 21st Century Learning, already in 2007, in which the children of the 21st century cry for engagement. Nesbitt wanted to inspire teachers to use technology in engaging ways to help students develop higher level thinking skills. In my opinion, teachers nowadays are obliged to use technology in their teaching and encourage children to do so.

Montessori principles and media literacy

One of the main principles is a well-prepared environment. This means a mixed age-group, a trained teacher and materials. Materials nowadays have to include computers, laptops, tablets and preferably smartphones to complete the prepared environment. They are essential tools for learning and working in the 21st century. As pointed out before, Maria Montessori would have loved social media. She would have embraced the possibilities that we have today and see ways for social media enriching our Montessori teaching and learning. But she would also stress the need for guidance of the child, so as not to get lost in the jungle of (social) media.

A Montessori classroom offers many choices of work. Children learn to choose what they need to learn, what they want to know. To be able to make most of this, they need to be in self-control, to be self-disciplined, to be in control of their actions and to make positive choices that actually help them develop themselves, whether it comes to cognitive or social skills.
The internet on its own is a challenge for people, let alone children. The choices you have on the internet are endless. One has to know what they want, what they seek, to be able to find the way and not get digitally lost. Montessori children who are self-controlled should be able to cope on the internet, with the guidance of a teacher to teach them the needed skills. 
When it comes to personal behavior, social media forms an extra challenge: what do I use, why do I use it, whom do I want to communicate with, what and how do I communicate, what language do I use, how do I want to be seen on the internet, will I have different profiles, will I be me or supposedly someone else? Montessori children that are in self-control should be able to make positive, sensible choices when it comes to social media and profiling.

Throughout the four planes of development, the child and young adult continuously seek to become more independent. It is as if the child says: Help me to help myself. (Social) media in their turn, can help the child help himself. Throughout the planes the child and young adult also seek to be more socially engaged. Social media are a perfect means to increase social engagement.

Educational software and apps

intro-to-letters-montessorium

Letters app by Montessorium

The young child (0-6) – the sensorial explorer – has a sensitive period for learning through using physical materials such as the golden beads. However, young children are also already sensitive for ICT-learning and the tablet is an intuitive tool as the fingers can directly touch the screen. Montessorium has taken to develop Montessori apps. My view is physical Montessori materials should be used and known first, before a child can practice further and apply his knowledge using the corresponding app. Good educational software and apps give children the opportunity for repetitive activity, an important aspect of learning during a sensitive period.

The older child (6-12) – the conceptual explorer – can still use these materials, but they develop powers of abstraction and apply their knowledge to discover and expand their worlds further. The use of internet and learning through software (e.g. applying mathematical strategies learned through Montessori materials) is a logical step. Good educational software and apps give children the possibility to challenge themselves and try more difficult levels. This is what the Montessori materials are also about: they are specifically designed for auto-education and contain the control-of-error. Good educational software, games and apps also include a control of error and / or immediate feedback for the child. This helps the child help himself, learn from its mistakes and continue on an appropriate level, preferrably calculated by the software (learning analytics). Needless to say, there should always be a teacher present to help and guide when asked and intervene when one observes gaps in learning.

Co-operative learning through social media

Then we have the humanistic explorer (12-18) seeking to understand their place in society and their opportunity to contribute to it. Seeking their place in school, in society and even in the world, will be inevidently done through the use of social media such as Facebook. When it comes to learning, children use Facebook, Whatsapp and YouTube to retrieve information and / or share materials. A school can use social media and/or develop a virtual learning community.

Finally the young adults (18-24) – the specialized explorers – seek to contribute through universal dialogue and now even more the internet and the use of social media are necessary means to contribute as a global citizen. They can discuss on forums, communicate through Twitter and use Skype to easily get in touch with people all over the world.

Using social media: challenges for teachers

It is a relatively new area for teachers to use social media in school. It is a challenge, but a necessary one. Because children today are using social media and they take an important part in their life and learning. And we have to be curious and learn as to understand and follow the child. We need to have faith in this child, just as we have to have faith in ourselves. Explore the treasures of social media and take small steps. Take them together with the ‘experts’: the experienced children that can help you to help yourself!

Montessori teachers can teach help children help themselves by flipping-the-classroom. Recording short lessons and sharing them through a website or QR-codes in the classroom. The teacher can set an example and start a Twitter account for the class through which children become more globally engaged. Both teacher and children can decide on who to follow and try and get in touch with people they would like to interview for projects or with other schools in other countries.

A wonderful and easy way to work together online, is Padlet. With Padlet one can create interactive walls to share. Thus, a child doing research on Nelson Mandela for example, could create a wall, share this and ask others to help sharing information. Children, parents and teachers can put comments, links and photo’s on the wall. A teacher could also create walls himself to introduce a cosmic educational theme, to activate prior knowledge or to share interesting links with the children. Even in the youngest elementary age-groups Padlet can be used very well. The teacher can use a wall to invite children to type words for a spelling category or can ask parents to help their children sharing information and photo’s, for example about holiday experiences or help children type their own words and messages.

When it comes to global citizenship, it would be wonderful to have your class get in touch with a foreign class, through e-mail, Twitter, Skype or Padlet. Sharing information about each other’s lives, about each other’s school and ways of learning and even work on a project together.

The 21st century child is a curious child. Offer him the knowledge, skills and tools it needs nowadays. As Lynne Lawrence points out: Our work is to recognize this curiosity and to fan the flame. Curiosity will then turn into passion, which will lead to lifelong love for learning. And that is what it is all about. A lifelong love for learning can turn any child into a loving, social, respectful, responsible, global citizen and this is what our 21st century world needs.

It’s not about what you know, it’s about what you do with what you know – Lynn Lawrence