Montessori conferentie 2014: Ben jij klaar voor het onderwijs van de toekomst?

Standaard
image credit: opensourceway

Je moet er wat voor over hebben, Montessori in de 21e eeuw. Om half zeven ’s ochtends de trein vanuit Nijmegen nemen bijvoorbeeld. Om maar bij die mooie conferentie van vandaag, 5 februari 2014, te kunnen zijn. Maar goed. Annet van Summeren en ik hadden er zin in. We begonnen direct met ons onderwijsgeklets zodra we de jas uit hadden en hebben wellicht hiermee de nog half slapende trein hun ochtendrust ontnomen. Tja. Je hebt onderwijspassie of niet…

We kwamen mooi op tijd aan op het Montessori College Oost in Amsterdam. Toch durfden we niet eerst onze jas op te hangen, want we wilden het kaartje van onze lezingvoorkeur graag bemachtigen. En wat jammer dat we er maar één mochten kiezen. De organisatie had voor een rijk aanbod gezorgd. Hier dan mijn afwegingen: Ga ik voor Scratch? Want dat wil ik graag gaan toepassen. Of Montessori voor de nieuwe tijd? Want dat houdt het lekker breed. Klassenmanagement en passend onderwijs misschien? Want actueler kan het niet. En dan nog Leidinggeven in de 21e eeuw, Didactisch coachen, Werken met digiborden, ICT in de wolken, Samenwerken in the cloud, Gamification en de Virtuele leeromgeving in de montessorischool. Uiteindelijk ben ik toch gegaan voor Flipping-the-classroom door Jelmer Evers en Annet voor Goed onderwijs en de cultuur van het meten door Gert Biesta.

Een moderne aftrap

Op het rode plein konden we plaatsnemen met de beschikbare stemkastjes paraat, want zo’n 21e eeuwse interactieve binnenkomer is wel zo gepast. De kastjes werden ingezet om het publiek te leren kennen en om te kijken hoe de vlag erbij hing als het ging om onze mening over de inzet en het belang van ICT in het onderwijs.

Nadat Theo Jaspers, directeur van de gastlocatie, ons welkom had geheten, werd de opening verzorgd door Bas Moll, directeur van de 6e Montessorischool Anne Frank. Hij loodste ons door diverse stellingen heen en bekeek met ons de verschillen in meningen door uitkomsten te selecteren op doelgroep: leerkracht of leidinggevende, jong of oud.

Sommige stellingen leken open deuren: “Goede scholen zijn scholen die werken aan persoonlijkheidsvorming” of “ICT kan leren leuker maken.” Andere stellingen deden meer stof opwaaien: “Zelfstandig leren moet worden bevorderd door middel van het zwaar inzetten van ICT” of “De helft van het schoolbudget moet worden ingezet voor bijscholing van docenten.”

iPads en meer

Vervolgens was het spreektijd voor Maurice de Hond (VNT scholen, of Steve Jobs scholen.) De Hond zet inderdaad een groot deel van het budget in om in elk geval iPads een prominente plek te geven binnen zijn scholen. Maar voordat het iPadbetoog van start ging, haalde De Hond netjes de Montessorigeschiedenis en Maria Montessori aan, waarbij hij wees op de onderwijsvernieuwer en pionier die ze was. Ook Maria stuitte op weerstand van de gevestigde orde, zoals dat nu gebeurt met de nieuwste experimenten op de iPadscholen en andere onderwijsvernieuwingen en -ideeën. Bij elke vernieuwing is er tegengas. Het verleden wordt geïdealiseerd en er worden karikaturen geschetst, aldus De Hond. Hij benadrukt: wees zonder oordeel over dat wat je niet kent.

Het gebruik van de iPad, zo zegt De Hond, biedt mogelijkheden. Juist ook voor het driejarige kind met de enorm creatieve geest, maar dat nog opgesloten zit in het lichaam met de bijbehorende fysieke, motorische en talige beperkingen. Apps bieden mogelijkheden om die beperkingen deels te omzeilen. De iPad biedt kinderen de mogelijkheid te leren, ook zonder hulp of controle van de volwassene.

Hier plaats ik even een kritische noot. Want ja, goede apps hebben de controle van de fout. Goede apps helpen het kind het zelf te doen. Maar de volwassene coacht, stimuleert, kan bekijken of het niveau wel geschikt is, of de benodigde basiskennis wel aanwezig is en kan gewoon eens meekijken en het kind bevragen, want deze persoonlijke aandacht blijft onmisbaar. Deze kritische noot sluit aan bij wat De Hond later zegt: “Mijn leraar weet wel wat ik niet weet, maar niet wat ik wel weet.” De relatie met het kind en het blijven aangaan van het gesprek blijft daarom voorop staan, hoe je het leren verder ook inricht.

Nieuwe vaardigheden

Maar goed, dat het leren in de 21e eeuw anders gaat, staat buiten kijf. Verschillende leerstijlen zijn er altijd geweest, maar door de digitale wereld worden de mogelijkheden uitgebreid. En de digitale leermogelijkheden spreken het kind van de 21e eeuw aan. Sterker nog, kinderen beheersen en weten meer dan de gemiddelde volwassene. De Hond zegt dan ook terecht: “Digitale talenten mogen niet worden genegeerd.” Dan gaat het verder over benodigde vaardigheden: “Wij waren kennisverzamelaars, maar wij worden steeds meer kennisverwerkers. We moeten informatie kunnen zoeken, filteren en toepassen. Sommige vaardigheden zijn in deze tijd niet meer nodig, zoals kaartlezen om de weg te vinden. Maar je moet dan wel met GPS kunnen omgaan.”

We hebben het dus over andere vaardigheden, maar met hetzelfde doel. En die doelen, onze onderwijsinhoud, moet centraal staan. Dat de digitale wereld onlosmakelijk verbonden is met deze inhoud, mag inmiddels, alweer 14 jaar verder in deze 21ste eeuw, toch wel duidelijk zijn.

Denkend aan onze Montessoriaanse voorbereide omgeving, zullen wij op onze scholen de leerlingen ook echt de beschikking moeten laten hebben over de inzet van computers, laptops, tablets en smartphones. Het zijn middelen om te leren, net als onze Montessorimaterialen en boeken. Het zijn ook middelen waar kinderen graag mee werken en die ze goed kennen, dus we kunnen die kansen niet laten liggen. De goed ingerichte voorbereide omgeving betekent ook een bekwame, coachende leerkracht en natuurlijk de heterogene groepen leerlingen. Want zoals De Hond terecht aangeeft:

“Leren wordt steeds meer van de leerlingen zelf en met elkaar. De een kent Prezi en legt het uit aan de ander. Laat ze maar workshops geven. En zet ook de talenten van ouders in.”

Tegengas

Spreker Joke Hermsen moest na De Hond zorgen voor wat tegengeluid op deze dag vol digitale lofuitingen. Hart voor onderwijs heeft ze zeker, want ze was ziek en is toch haar bed uitgekomen om deze lezing te houden. Misschien lag het aan de koorts, maar haar verhaal was wat onsamenhangend en leek de plank mis te slaan wat betreft het thema van deze dag. Het enige dat ze benoemde was haar zorg om de effecten van de digitalisering op het kinderbrein en het risico van oppervlakkigheid die de digitalisering met zich mee zou brengen. Ik raakte afgeleid en gebruikte mijn smartphone om haar site nog eens te bezoeken. Daar beschrijft ze haar boek Kairos – Een nieuwe bevlogenheid. Over de opkomst van de homo digitalis, de verregaande technologisering van de mens als onomkeerbaar feit en noodzaak om onze aandacht op het menselijke van de mens te blijven richten. Ik merkte dat de aandacht van het publiek verslapte en stak mijn hand op om haar uit te nodigen wat meer te vertellen over deze sociale, menselijke kant die zo belangrijk is. Her en der werd er instemmend geknikt op mijn voorstel, maar Hermsen haakte er niet echt op in. De lezing was kort daarna afgelopen met gelukkig een positieve afloop dat toch nog een applaus waard was: “Geef de leraar zijn klas terug.”

Flipping-the-classroom

Na een welverdiende kop koffie en het strekken van de houten benen, kon men aansluiten bij de lezing naar keuze. Ik verheugde op wat praktijkverhalen en begaf mij naar de gymzaal waar Jelmer Evers de apparatuur aan de praat probeerde te krijgen. We blijven toch afhankelijk…

Jelmer Evers, ‘flippende’ geschiedenisdocent op het innovatieve Unic in Utrecht, onderwijsvernieuwer, edublogger en co-auteur van het boek Het Alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs. We konden meteen aan de slag met posten op een interactieve muur van Padlet. Een makkelijk, laagdrempelig, mooi sociaal medium dat je werkelijk al in de kleuterklas kunt inzetten. Verdere praktische toepassingen, waar een deel van het publiek zeker op hoopte, bleven uit. Op Mentimeter na: een interactieve tool om de mening van het publiek direct te kunnen peilen. En geen eens of oneens dit keer, maar de beschikking over 100 punten die je naar gelang het belang dat je hecht aan een bepaalde factor zelf toekent. Dat levert op het scherm live bewegende staafdiagrammen op die de stemmers in kaart brengt en waar je als spreker dus direct op kunt inhaken.

Als je zelf een start wil maken met flipping-the-classroom, begin dan eenvoudig. Maak video’s van je lessen. Zet deze dan in als huiswerk. Zo krijgen de leerlingen de uitleg thuis. Zet er een quiz bij en je weet meteen of de stof is opgepikt. In de les is nu meer tijd om herhalings- en verdiepingsopdrachten uit te voeren. Houd een model aan met bijvoorbeeld de volgende cyclus:

  1. Experimenteren (quiz, debat, mapping)
  2. Exploreren (video, websites, Twitter, BuddyPress)
  3. Betekenis verlenen (verwerken, video, blog, BuddyPress)
  4. Demonstreren en Toepassen (website, toespraak, vergadering)

Voor meer theorie en modellen voor flipping-the-classroom, zie dit filmpje van Kennisnet.

De noodzaak van de 21st Century Skills

Ook al ging Evers de rest van zijn lezing niet echt in op inhoudelijke voorbeelden, zijn verhaal was persoonlijk, goed en belangrijk. Een filmpje uit 1999 dat laat zien dat bijna niemand de noodzaak zag van een mobiele telefoon, vertelt ons dat veranderingen snel gaan. De mobiele telefoon is nu onmisbaar. En de technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller. Over 10 jaar kunnen we waarschijnlijk Google Glass niet meer wegdenken. Google Car maakt chauffeurs overbodig. Het eerste huis gaat binnenkort geprint worden, drones bezorgen de post. Onze verre toekomstbeelden komen steeds sneller dichterbij. Wij moeten onze kinderen deze nieuwe wereld laten zien, want het is hun toekomst. We zijn het hun verplicht ze goed voor te bereiden, zodat ze de juiste beargumenteerde keuzes kunnen maken voor hun toekomst. Want welke banen zijn er dan nog? Er gaan er zoveel verdwijnen door de technologisering en automatisering. Vandaar dat er nu zo hard geroepen wordt om de 21st Century Skills centraal te stellen in ons onderwijs.

Juist de onbekende arbeidsmarkt van de toekomst, maakt dat wij onze leerlingen meer vrijheid moeten geven. Het is nodig om leerlingen meer vrijheid te geven voor eigen, sterke ideeën. Het is aan de scholen om ze aan te moedigen, te ondersteunen en te faciliteren. Maar ook om ze goed te blijven begeleiden en met ze in gesprek te blijven zodat ook hun schoolprestaties op peil blijven.

Op de vraag hoe een school deze omslag moet gaan maken, heeft Evers geen kant-en-klaar antwoord. Maar centraal staat dat het samen moet, er draagvlak moet zijn, docenten pedagogisch sterk moeten zijn en over veel verschillende vaardigheden moeten beschikken. Daarnaast is creatief denken in oplossingen noodzakelijk. En Evers benadrukt meerdere malen dat hij het projectmatig werken door middel van flipping-the-classroom afwisselt met klassikaal werken en vaak overlegt met zijn leerlingen waar hun behoefte ligt. En daar gaat het tenslotte om, die onderwijsbehoefte. Volg het kind!

Tot slot

Annet sloot aan bij de lezing van hoogleraar pedagogiek en onderwijskunde Gert Biesta. Over Goed onderwijs en de cultuur van het meten. Alle conferentiedeelnemers kregen aan het begin van de dag het gelijknamige boek cadeau. Tot besluit een mooie denkvraag van Biesta:

“Meten we wat we waardevol vinden of maken we waardevol wat we meten?”

Meer weten over Montessori en social media? Lees verder op www.juffemke.nl. Tips voor social media tools nodig? Kijk op www.netvibes.com/femkecools onder tabbladen Padlet, Leerkracht en Social media.