Mijn digitale leer-plicht

Standaard

Image credit: Jeremy Keith

Juf, kijk eens wat een mooie steen ik in de vakantie gevonden heb?
Ja, Niels, die is bijzonder. Waar heb je hem gevonden?
In de bergen in Oostenrijk. Mag ik hem nu verder onderzoeken?
Natuurlijk mag dat, goed idee. Laat me straks zien wat je geleerd hebt.

Juf, kijk een wat een handige app ik in de vakantie ontdekt heb?
O, Saar, die ken ik niet. Wat kun je ermee?
Je kunt de tafels handig oefenen. Mag ik ze nu oefenen met mijn smartphone?
Natuurlijk mag dat, goed idee. Laat me straks zien welke vorderingen je gemaakt hebt.

Ik stimuleer kinderen om te komen met dat wat ze willen leren of onderzoeken. Dat wat op dat moment hun leerbehoefte is. Ik ben een gelukkige leerkracht als die intrinsieke motivatie er is, als het leren als vanzelf gaat, omdat het betekenis heeft en als zinvol wordt ervaren door het kind. Die leerbehoefte kan werkelijk van alles inhouden. Naast een variatie aan leerinhouden betekent het natuurlijk ook een variatie aan leerstijlen. Ik houd rekening met de meervoudige intelligentie en denk dat het de hoogste tijd is om – naast de nieuwste negende intelligentie, filosofeerknap – ook oog te hebben voor een tiende: digiknap.

Ik werk volgens het principe van ‘bring your own device’ (BYOD) en kinderen krijgen de vrijheid om op hun device te werken tijdens werktijd. Tijdens mijn ronde bevraag ik hen op wat ze doen, hoe het werkt, welk doel de app, tool of sociaal medium heeft, wat ze ervan leren en hoe. In wezen geven ze mij dan een lesje en niet andersom. Zij helpen mij het zelf te doen in onze snel veranderende digitale wereld.

Mijn taak is aan te sluiten bij de leefwereld van onze kinderen. Mijn taak is de gevoelige perioden te herkennen en daarop in te spelen. We moeten de digitale leermogelijkheden dus omarmen. Niet omdat ze er nu eenmaal zijn, maar omdat veel kinderen aangeven het prettig te vinden digitaal te werken, leren, samen te werken en te communiceren. Het is hun wereld, dus ook de mijne. Ik ben het als hun leerkracht aan ze verplicht om mij te verdiepen in hun wereld. Om ervoor open te staan. Om mee te bewegen. Om zelf te leren.

Moet ik dan zelf alles kunnen op gebied van ICT? Moet ik dan zelf alles weten over het aanbod van allerlei apps? Moet ik dan zelf persé gebruikmaken van sociale media?

Nee, dat hoeft niet. Want juist de kinderen kunnen mij daarbij helpen. Zij zijn de specialisten. Zij zijn onze digiknappe digimaatjes. Ik laat hen uitzoeken hoe een app werkt en er mij verslag van doen. Ik laat ze de klas vertellen hoe ze een website hebben gemaakt, zodat anderen er ook mee aan de slag kunnen. Ik laat een ouder samen met een groepje leerlingen de beginselen van programmeren ontdekken, zodat ik daarna Scratch-ambassadeurs in de klas heb die anderen en mij kunnen helpen het zelf te doen.

Wat is mijn eigen digitale leer-plicht als leerkracht dan nog? Ik moet de basisvaardigheden zelf beheersen. Ik moet weten hoe de meest gangbare programma’s werken, hoe ik mijn digipen activeer en kabels controleer. Ik moet daarnaast vooral heel mediawijs zijn, zodat ik de kinderen mediawijs kan maken en essentiële gesprekken kan voeren over online gedrag, veilig surfen, privacy, auteurs- en portretrecht en handig zoeken. Maar bovenal wil ik gewoon van de kinderen leren en open staan voor dat wat hen bezighoudt in hun dagelijkse leven. En bij een groot deel van de kinderen speelt hun leven zich ook digitaal af. Zéker in de bovenbouw; de digitale gevoelige periode.

Deze tekst is eerder verschenen als column met de titel ‘Mijn digiknappe digimaatjes’ in Montessori Magazine 38-2.

Advertentie

Houd ze scherp!

Standaard
Photo Credit: jstckr via Compfight cc

Ja, wij leerkrachten zijn allemaal druk en moe aan het einde van het schooljaar. Verslagen schrijven, oudergesprekken voeren, musical begeleiden, kamp organiseren, zomerfeest voorbereiden, vergaderen over dit schooljaar, vergaderen over volgend schooljaar, vergaderen over de formatie, vergaderen over de groepsindeling, klas opruimen, nieuw lokaal inrichten en ga zo maar door.

Maar wat is nou eigenlijk écht belangrijk aan het einde van het schooljaar? Dat de léérlingen het jaar goed afronden. Dat ze stilstaan bij wat ze geleerd hebben het afgelopen schooljaar en vooruitkijken naar het volgende. Maar dat ze vooral ook lekker actief blijven, hun hersens laten kraken tot en met de laatste dag. Want daarna staan ze 6 weken ‘stil’.

Natuurlijk staan ze dan niet echt stil. In de vakantie is er veel ruimte voor leren door ervaren en toepassen. Engels en sociale vaardigheden toepassen in het buitenland waar mooie vakantievriendschappen ontstaan. Alleen naar de campingbakker en uitrekenen of je wel genoeg geld terug hebt gekregen voor het stokbrood en de croissants. Dieren en planten herkennen tijdens mooie bergwandelingen. Met de autokaart op de achterbank de route van je  ouders proberen te volgen. Nummerborden lezen en kijken wie als eerste zijn leeftijd of lievelingsgetal voorbij ziet komen. Wegduiken in heerlijke leesboeken op het strand. Kinderen leren veel in de vakantie.

Maar toch. Op school worden er ook andere (denk)vaardigheden van je gevraagd. Laat kinderen die laatste weken niet los, maar zorg voor herhaling van het geleerde of daag ze juist uit. Want we weten allemaal dat ze veel kwijt kunnen zijn na de zomervakantie. Dat de tafels wegzakken, aangeleerde spellingsregels als compleet nieuw worden ervaren (‘Juf, dat heb ik echt nóóit gehad!) of ze werkelijk geen idee meer hebben hoe dat cijferen onder elkaar ook alweer moest (‘Ja, ik moest iets met onthouden doen, geloof ik…maar wát ook alweer?’)

Ik laat mijn leerlingen regelmatig reflecteren op hun eigen ontwikkeling. Ik laat ze tussendoor over hun doelen nadenken. Het einde van het schooljaar is een prachtig moment om dat ook echt eens onder woorden te brengen. De opbrengsten, moeilijkheden en uitdagingen op papier te zetten met een
terug- en vooruitblik. En dit te bewaren als startdocument voor volgend schooljaar: waar was ik trots op en wat was ik ook alweer van plan? Ook de leerkracht en de ouders krijgen een kopie. Zodat we samen een mooie (door)start kunnen maken na die heerlijke zomervakantie!