Image credit: JakeandLindsay Sherbert
En daar sta je dan: vers van de PaboPers, een rugzak vol frisse ideeën, mooie idealen en goede moed…
Maar je begint natuurlijk als invalkracht. ‘s Morgens pas opgeroepen worden om een zieke te vervangen. En je denkt: ach, het is toch eigenlijk wel mooi, om te beginnen als invaller. Want dan zie je tenslotte veel meer soorten scholen dan slechts die paar stagescholen.
Maar dan sta je ineens op een school in een achterstandswijk, waar je nog geen ervaring mee hebt. En je denkt: ach, het is toch eigenlijk wel fijn dat ik nu gewoon veel kansen krijg om nieuwe ervaringen op te doen.
Maar je vergeet dat je een hoop bagage niet hebt, zoals kennis van NT2. En je denkt: ach, het is een groep 3 van 16 kinderen. Ik heb toch stage gelopen in een groep 3 van 25 en dat ging prima.
Maar je vergeet dat dat op een klein dorpsschooltje was. En dat wellicht gedragsproblematieken niet zo aan de orde waren daar. En je denkt: ach, ik heb toch ervaring met een groep 8 van 37 brutale pubers, dus dat zal toch wel goed komen.
En je begint vol goede moed aan je eerste invallersklus in die achterstandswijk, in groep 3, met 16 kinderen.
Maar ik fietste na de eerste dag huilend naar huis. Compleet afgepeigerd, niet wetend wat me allemaal overkwam. Gedragsproblematiek (Hij is zes, maar hij doet niet wat ik zeg!?), NT2 leesonderwijs (Ik kon toch altijd zo goed uitleggen, waarom lukt het hier na 3 keer nog niet?), werken met een zeer ervaren duo / rt’er (Ik vraag maar niet al te veel hulp, want ik was zo zeker van mijzelf in het sollicitatiegesprek en ik moet het natuurlijk wel waarmaken, bovendien wil ik gewoon een baan, dus ik ga niet zomaar zeggen dat het me niet lukt…)
Van valse start naar doorstart
Ik ben een doorzetter en probeerde het eerst zelf. Maar de dagen erop ging het niet beter en de tranen bleven komen. Wat een desillusie, wat een valse start…Na drie weken trok ik toch aan de bel: dit ging ik niet volhouden zo. De directie pakte het goed op. Ik kreeg hulp in de klas en maakte de vervangingsklus af. Het ging. Niet altijd van harte, maar het ging. En natuurlijk was het heel leerzaam. Maar ik was nog nooit eerder zó toe aan de zomervakantie.
Mijn valse start werd gelukkig volledig overschaduwd door een volgende invalklus, op een school waar ik al twee keer stage had gelopen, waar het team mij kende en waardeerde en waar het onderwijs op een manier werd ingericht waar ik ook achter stond. Een heerlijk jaar in groep 5, met fijne ouders en behulpzame collega’s om mee samen te werken. Mijn valkuil was echter nog steeds het allemaal zelf te willen doen en geen hulp te vragen. Het team was ook een grote mate van zelfstandigheid van mij gewend; ik had tenslotte mijn stageklassen ook vrijwel alleen gedraaid. Maar ja…toen had ik niet óók alle oudergesprekken, verplichte vergaderingen, scholingsmomenten, administratie, rapportages en deelname aan taakgroepen. En ik deed het allemaal maar gewoon. En het ging ook wel, maar het was wel veel. Ik had eigenlijk vrijstelling van taakuren moeten krijgen. Maar mijn enthousiasme bracht me ver. En ik werkte ‘maar’ vier dagen. Dat betekende dat ik de vijfde dag volledig kon benutten om alles bij te kunnen houden. En dan was ook het weekend lang niet altijd werkvrij. Maar ik genoot van de kinderen en ik had plezier in mijn werk.
Na de vervangingsklussen solliciteerde ik op mijn huidige baan. Daar werd ik goed begeleid door de directie en vrijgesteld van taken. Wel ging ik al na een half jaar de montessoriopleiding doen en opnieuw was het veel. Hielp ook niet dat ik een perfectionist was natuurlijk. En dat hulp vragen nog steeds niet mijn sterkste kant was. Maar ik leerde het wel. Ik heb uiteindelijk zelfs een coach gevraagd, waardoor ik enorm groeide in mijn vak en als mens. Die jaren, werkend met kleuters, geïnspireerd door mijn montessoriopleiding, en gesteund door collega’s, leidinggevenden en mijn coach, heb ik het vak pas écht geleerd.
En nu een goede start!
3 December jl. mochten de Leraren van het Jaar 2014 bij Jet Bussemaker pitchen over de ideale begeleiding van de startende leraar. Natuurlijk had ik daar zelf ideeën over, maar ik vind het als ambassadeur van het onderwijs belangrijk dat ik input vraag uit het werkveld. Dus stelde ik de vraag op Twitter. Daar kwamen veel mooie en waardevolle reacties op. Uiteindelijk gaat mijn pitch in op drie onderdelen: verlichting van de letterlijke werkdruk (urenmindering), verlichting van de beleving van de werkdruk (kennisopbouw) en samenwerking met de Pabo (overgang). Hier volgt mijn pitch.
Het belangrijkste is dat de startende leraar geniet van zijn werk. Om te zorgen dat dat werkplezier niet in gevaar komt, is het nodig dat hij geholpen wordt met de letterlijke werkdruk, de beleving van de werkdruk en de overgang van de Pabo naar de werkvloer.
Helpen met het verlichten van de letterlijke werkdruk kan in de vorm van urenverlichting in het eerste werkjaar (opbouw van werkdruk):
- geen extra taakuren naast het begeleiden van de klas;
- geen deelname aan vergaderingen die niet direct noodzakelijk zijn;
- een dag per maand uitgeroosterd worden om deze te kunnen besteden aan onderwijsverdieping in de vorm van onderwijs ontwerpen of eigen professionalisering.
Helpen met de beleving van de werkdruk kan in de vorm van:
- wekelijks contact met een ervaren, innovatieve, directe collega (die hier taakuren voor krijgt) die een luisterend oor biedt en helpt bij relativeren en prioriteren;
- structureel contact met andere startende leraren van andere scholen onder begeleiding van een onderwijscoach, bijvoorbeeld het Starterscafé, waar ook invallers van harte welkom zijn (wanneer dit door een bestuur in samenwerking met de Pabo wordt georganiseerd, waarborg je de doorgaande lijn en waardevolle terugkoppelingen en ondervang je het buitensluiten van invallers en starters met tijdelijke contracten);
- extra budget voor verdere professionalisering van starters waarmee hiaten in de noodzakelijke kennis direct kunnen worden opgevuld (het moet ook normaal zijn direct te kunnen aangeven waar de leerbehoefte van de starter zit, zonder dat hij het gevoel heeft er op afgerekend te worden; begeleiding los van beoordeling).
Helpen bij de overgang van de Pabo naar de werkvloer door samenwerking:
- de Pabo komt niet alleen in de scholen, de scholen komen ook in de Pabo (leerkrachten geven daar les);
- de Pabo hanteert een flexibelere invulling van opdrachten: de student krijgt meer mogelijkheden om ze op die manier uit te voeren zodat het past bij de stageschool en niet andersom (als starter en in het bijzonder invaller moet je ook direct flexibel kunnen werken binnen een bepaalde schoolorganisatie en – visie);
- de Pabo geeft nazorg: een begeleider uit de Pabo volgt de startende leraar minimaal nog één jaar, waardoor de Pabo vanuit de oud-studenten directe nuttige feedback krijgt op de inrichting van de lerarenopleiding.
Ben je startende leraar? Kijk eens wat de LerarenKamer van de Onderwijscoöperatie voor je kan betekenen.
Deze tekst is ook gepubliceerd onder Lerarenblogs van de Onderwijscoöperatie.